Onderwijsbezuinigingen aangenomen - universiteiten naar de rechter

Actueel

Laatst bijgewerkt op
Ze doen het toch gevallen blokkentoren

Universiteiten starten bestuursrechtelijke procedure tegen onrechtmatige bezuiniging op starters- en stimuleringsbeurzen

Vandaag heeft de Eerste Kamer ingestemd met de OCW-begroting en daarmee met structureel een half miljard euro aan bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap. Caspar van den Berg, voorzitter Universiteiten van Nederland: “Dit is een grote klap voor studenten, medewerkers, en Nederland als geheel. Het is niet uit te leggen dat een land dat het vrijwel volledig van kennis moet hebben, ervoor kiest om zo hard te bezuinigen op onderwijs, onderzoek en innovatie. En dat in een tijd waarin Nederland geopolitiek en economisch steeds meer op zichzelf is aangewezen.”

Met deze begroting wordt eenzijdig het bestuursakkoord Hoger Onderwijs en wetenschap verbroken dat in 2022 door de minister van OCW met de universiteiten is gesloten. Verschillende universiteiten zullen daarom de individuele bekostigingsbeschikkingen, vastgesteld op basis van de begroting, gaan aanvechten. 

Grote schade aan economie en samenleving 

Om Nederland vooruit te helpen, hebben universiteiten stabiele en toereikende financiering nodig. Sinds de presentatie van het hoofdlijnenakkoord wordt er al tien maanden lang actiegevoerd tegen de bezuinigingen. Eind november stonden er 25 duizend mensen op het Malieveld met een duidelijke boodschap aan de politiek: Doe het niet! De afgelopen weken werd er bij veel universiteiten ook weer geprotesteerd met een estafettestaking. Deze week gaan de acties verder. En het verzet kwam niet alleen van studenten en medewerkers van universiteiten. Ook het bedrijfsleven, burgemeesters, advocaten en gezondheidsorganisaties wezen erop hoe schadelijk de gevolgen van de bezuinigingen voor de Nederlandse samenleving en economie zijn. Ook zijn er grote vraagtekens geplaatst bij de rechtmatigheid van een deel van de bezuinigingen. Desondanks stemde de Eerste Kamer vandaag in met de OCW-begroting. Universiteiten komen hiermee in een netelige situatie. Door de bezuinigingen zal er veel wetenschappelijk onderzoek moeten stoppen en zullen opleidingen verdwijnen. De eerste reorganisaties zijn in de afgelopen maanden al aangekondigd en helaas zal het daar niet bij blijven. Universiteiten zullen samen scherpe keuzes moeten maken over opleidingsaanbod. Zodat het onderwijs voor iedereen toegankelijk blijft en aansluit op de behoefte in de samenleving. 

Juridische stappen noodzakelijk 

In 2022 sloten de universiteiten met de minister van OCW het Bestuursakkoord hoger onderwijs en wetenschap. Hierin spraken zij af dat de rijksoverheid 300 miljoen euro per jaar ter beschikking zou stellen voor starters- en stimuleringsbeurzen. Op aandringen van de minister zijn universiteiten spoedig begonnen met het toewijzen van deze beurzen. De minister heeft het vertrouwen bij de universiteiten gewekt dat de universiteiten hiervoor bekostigd zouden worden. Nu dit niet gebeurt, zullen verschillende universiteiten juridische procedures starten tegen de lagere bekostiging dan afgesproken. In ieder geval Tilburg University en de Radboud Universiteit zullen dit doen. Van den Berg: “De minister gaf zelf al aan dat dit kabinet het vertrouwen van de universiteiten heeft geschaad, maar hij zet de desastreuze bezuinigingen gewoon door. Wij vinden dat universiteiten in elk geval recht hebben op de beloofde 300 miljoen euro per jaar. De minister komt de afspraken uit het bestuursakkoord niet na. Veel rechtsgeleerden zetten vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van het eenzijdig openbreken van het akkoord. Dat staat eventuele toekomstige afspraken tussen universiteiten en de overheid in de weg. Mocht de minister hier niet op terug willen komen, dan is het oordeel van de rechter nodig om te komen tot herstel van vertrouwen in de overheid. ” 

Onderwijs en onderzoek ten onrechte kwetsbaar bij bezuinigingen

Keer op keer blijkt dat publieke investeringen in onderwijs en onderzoek zich in veelvoud terugbetalen aan de samenleving. Toch blijken ze ook onder dit kabinet kwetsbaar voor onverhoedse bezuinigingen. Van den Berg: “Dat komt voor een belangrijk deel doordat het CPB investeringen in onderwijs ten onrechte als consumptieve uitgaven beschouwt in plaats van als renderende investeringen. Het is hoog tijd dat het CPB deze begrotingspost op juist waarde gaat meenemen bij haar doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s en coalitieakkoorden.”